Wilt u een arbeidscontract opzeggen en is uw werknemer het hiermee eens? Dan moet u een vaststellingsovereenkomst maken. Hierin staan de afspraken over het stoppen van het contract.
In een vaststellingsovereenkomst (of beëindigingsovereenkomst) spreekt u samen met uw werknemer af dat het arbeidscontract stopt. En dat u het allebei eens bent met het ontslag. Dat heet ook wel ontslag met wederzijds goedvinden. U ontslaat de werknemer dus niet op staande voet. U stelt alleen een vaststellingsovereenkomst op wanneer u zelf voorstelt om de arbeidsovereenkomst te stoppen. Dus niet wanneer uw werknemer ontslag neemt.
In de vaststellingsovereenkomst staan afspraken die u maakt over het ontslag. De overeenkomst is het bewijs van de afspraken die u samen maakt.
U bepaalt samen met uw werknemer wat er in de vaststellingsovereenkomst staat. In de overeenkomst moet in ieder geval staan:
U kunt samen met uw werknemer extra afspraken maken in de vaststellingsovereenkomst. Een voorbeeldovereenkomst vindt u op UWV.nl.
Is het uw voorstel om het arbeidscontract op te zeggen? Dan kan uw werknemer na het ontslag een transitievergoeding krijgen. Bij een vaststellingsovereenkomst krijgt uw werknemer geen transitievergoeding, maar spreekt u samen een andere ontslagvergoeding af.
Is uw werknemer langer dan 2 jaar ziek of arbeidsongeschikt? Dan kunt u het contract in overleg met uw werknemer stoppen. U moet dit afspreken in een vaststellingsovereenkomst. Met zo'n overeenkomst hoeft u geen toestemming voor ontslag aan te vragen bij UWV.
In het arbeidscontract heeft u een opzegtermijn afgesproken. Bijvoorbeeld 1 of 2 maanden. Deze geldt ook wanneer u met een vaststellingsovereenkomst uit elkaar gaat. Als u de einddatum afspreekt, moet u hiermee rekening houden.
Is uw werknemer het toch niet eens met de gemaakte afspraken of het ontslag? Dan mag uw werknemer zich bedenken en de overeenkomst zonder reden opzeggen. Dit moet binnen 2 weken via de mail of de post. U kunt een langere bedenktijd afspreken. Deze afspraak moet u in de overeenkomst zetten. Een kortere bedenktijd dan 2 weken afspreken mag niet. Zet de bedenktijd in de overeenkomst. Doet u dit niet, dan is de bedenktijd 3 weken.
Uw werknemer hoeft niet akkoord te gaan met uw voorstel. In dat geval blijft uw werknemer in dienst of u start een procedure om uw werknemer te ontslaan.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein