Heeft u een geschil met een buitenlandse handelspartner? Dan probeert u eerst samen om het conflict op te lossen. De plaatselijke Nederlandse ambassade kan eventueel bemiddelen. De ambassade kan dan samen met de partijen tot een passend besluit komen. Ook kan de ambassade u doorverwijzen naar een andere instantie.
De Nederlandse ambassades in het buitenland hebben geen machtsmiddelen om een regeling af te dwingen. Ook moeten zij elke schijn van partijdigheid voorkomen. In de volgende gevallen kan een ambassade niet bemiddelen:
In veel landen bieden instellingen zoals de International Chamber of Commerce (ICC) arbitrage aan. Er zijn ook gespecialiseerde instituten die dat doen. Een buitenlandse klager die stappen wil ondernemen in Nederland, kan terecht bij:
Heeft een handelsgeschil naast burgerlijke, ook strafrechtelijke gevolgen voor een in Nederland gevestigde (rechts)persoon? Dan is het verstandig een kopie van het dossier op te sturen naar de Nederlandse inspectiediensten die onderzoek mogen doen, zoals:
Het is aan de opsporingsdienst om te reageren op uw informatie. De Nederlandse ambassades beslissen niet over de strafbaarheid van het geschil.
Het is ook mogelijk handelsgeschillen via een alternatief proces op te lossen: arbitrage. Het afhandelen van een handelsgeschil via een rechtbank in het buitenland duurt soms lang. Arbitrage biedt meer voordelen vergeleken met een proces via een rechtbank:
Neemt u een arbitrageclausule op in een contract? Dan kunt u een nationaal of internationaal gerecht aanwijzen als arbitrage-instantie. Elk land heeft daarnaast vaak zijn eigen wetgeving op het gebied van arbitrage.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein