Gaat u producten importeren? Dan moet u een verkoopprijs voor uw product bepalen. Een kostprijsberekening helpt u daarbij. Lees waar u op moet letten bij het berekenen van de kostprijs.
Als u geïmporteerde producten wilt gaan verkopen, moet u eerst een verkoopprijs bepalen. U maakt van tevoren afspraken met kopers over de prijs van een product. Dan moet u weten welke kosten u heeft om het product te importeren. Bijvoorbeeld voor opslag in een magazijn of voor een transportverzekering. Door de kostprijs te berekenen, weet u welke kosten u gemaakt heeft. Daarna bepaalt u een prijs die al uw kosten dekt. En weet u wat u moet vragen om winst te maken.
Bij het berekenen van een kostprijs neemt u directe en indirecte kosten mee. Directe kosten zijn kosten die direct bij het product horen. Zoals de inkoopprijs, kosten voor transport en invoerrechten. Indirecte kosten zijn uw vaste bedrijfskosten. Zoals reclamekosten, reiskosten en personeelskosten. Als u de directe en indirecte kosten weet, kunt u de complete kostprijs berekenen.
De kosten die u maakt, verschillen per land en per product. Hoeveel invoerrechten u betaalt, hangt af van het land waaruit u importeert. Ook kunt u te maken krijgen met keuringskosten als u in de Europese Unie (EU) producten wilt verkopen die extra veilig moeten zijn.
U koopt elke 2 maanden 500 laptophoezen in China. Dat zijn elk jaar 3.000 hoezen. In dit voorbeeld van een kostprijsberekening ziet u met welke directe en indirecte kosten u te maken krijgt. En hoe u de verkoopprijs en uw winst berekent.
Directe kostprijsberekening | |
---|---|
Aankoop 500 hoezen voor € 20 per stuk |
€ 10.000 |
Kosten zeetransport |
€ 1.000 |
Kosten verzekering |
€ 150 |
Douanewaarde |
€ 11.150 |
Invoerrecht 2,7% |
€ 301,05 |
Inkoopwaarde |
€ 11.451,05 |
Inkoopkosten per hoes (€ 11.451,05 ÷ 500) |
€ 22,90 |
Verkoopprijs per hoes |
€ 42,60 |
Winst per hoes |
€ 19,70 |
Totale bruto winst (500 hoezen, per stuk € 19,70) |
€ 9.850 |
In de directe kostprijsberekening zijn btw en andere vaste bedrijfskosten niet meegenomen. Bijvoorbeeld de huur van een opslagruimte, autokosten, telefoonkosten en verzekeringen. Dit zijn de indirecte kosten.
De indirecte kosten voor dit voorbeeld berekent u zo. Als u 3.000 laptophoezen in een jaar verkoopt en uw vaste bedrijfskosten zijn € 61.800 per jaar, dan zijn de indirecte kosten per laptophoes: € 61.800 ÷ 3.000 = € 20,60.
Complete (integrale) kostprijsberekening | |
---|---|
Inkoopkosten per hoes |
€ 22,90 |
Indirecte kosten per hoes |
€ 20,60 |
Complete (integrale) kostprijs per hoes |
€ 43,50 |
Winstmarge per hoes |
€ 19,70 |
Verkoopprijs per hoes |
€ 63,20 |
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein