U ontslaat een werknemer of u verlengt het contract niet. Dan moet u vaak een transitievergoeding betalen. Een transitievergoeding is een compensatie voor het ontslag. De hoogte van de vergoeding hangt af van het maandsalaris en het aantal gewerkte jaren.
Een transitievergoeding is een verplichte vergoeding die u bij ontslag van uw werknemer moet betalen. Uw werknemer kan dit geld bijvoorbeeld gebruiken om zich om te scholen voor een andere baan. De vergoeding geldt voor vaste en tijdelijke contracten. Ook voor oproepcontracten. Uw werknemer heeft recht op een transitievergoeding vanaf de eerste dag van het arbeidscontract.
U betaalt een transitievergoeding bij ontslag van uw werknemer of als u het contract niet verlengt. Of als uw werknemer zelf ontslag neemt na ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw kant. Bijvoorbeeld bij een verstoorde arbeidsrelatie door discriminatie. Of als u zich niet houdt aan de regels voor re-integratie.
Er zijn ook situaties waarin u geen transitievergoeding hoeft te betalen als u uw werknemer ontslaat.
In deze situaties is het niet verplicht:
De hoogte van de transitievergoeding hangt af van het brutomaandsalaris en het aantal jaren dat uw werknemer werkte. Uw werknemer heeft recht op een derde van het brutomaandloon per gewerkt jaar. Dat is vanaf de eerste werkdag. Voor de transitievergoeding geldt een maximale vergoeding. Verdiende uw werknemer meer? Dan betaalt u maximaal een brutojaarsalaris. Het bedrag wordt jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de contractlonen.
Lees meer over de hoogte van de transitievergoeding op Rijksoverheid.nl.
U berekent de transitievergoeding over het volledige dienstverband. Dus ook voor een periode die korter duurde dan een jaar. Of als uw werknemer korter dan een jaar in dienst was. U berekent eerst de hele dienstjaren en dan de overgebleven periode.
Gebruik de rekenhulp van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of bekijk de voorbeelden van berekeningen op Rijksoverheid.nl.
Om de transitievergoeding te berekenen moet u het brutomaandsalaris bepalen. Dit berekent u zo:
Ontvangt uw werknemer nog ander loon of vakantietoeslag? Dan telt u dit op bij het basis-brutomaandloon. Het gaat om:
In bepaalde gevallen mag u een zieke werknemer ontslaan. Bijvoorbeeld na 2 jaar ziekte. U moet uw werknemer dan een transitievergoeding betalen. U betaalt uw werknemer transitievergoeding voor de hele periode dat hij in dienst was. Ook over de periode van ziekte.
De uitzonderingen voor het betalen van een transitievergoeding gelden ook voor zieke werknemers. Als uw bedrijf bijvoorbeeld failliet gaat, hoeft u geen transitievergoeding te betalen.
De berekening van de transitievergoeding is hetzelfde als bij ontslag van werknemers die niet ziek zijn. Zo betaalt u uw werknemer transitievergoeding voor de hele periode dat hij in dienst was. Hierbij geldt het brutoloon dat in het contract staat. Ook als het loon lager was tijdens ziekte of verlof.
Gebruik de rekentool van het ministerie van SZW om de transitievergoeding te berekenen. U vult dit net zo in als u bij een niet-zieke werknemer zou doen.
Stopt uw bedrijf door uw pensioen, ziekte of overlijden? Dan hebben uw werknemers recht op een transitievergoeding.
Heeft u minder dan 25 werknemers in dienst? Dan kunt u hiervoor ook compensatie aanvragen bij UWV.
Als u kosten maakt om uw werknemer aan een andere baan te helpen, mag u deze kosten van de transitievergoeding aftrekken. Zoals kosten voor scholing of het begeleiden van werk naar werk.
Lees meer over de kosten die u mag aftrekken en de voorwaarden op Rijksoverheid.nl.
Kunt u de transitievergoeding niet in één keer betalen? Dan mag u afspreken dit verspreid te betalen over maximaal 6 maanden. U moet dan wel rente betalen vanaf 1 maand na het einde van het contract. U betaalt rente over het deel van de vergoeding dat u nog niet heeft uitgekeerd.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein