Voor sommige werknemers kunt u tegemoetkomingen of subsidies krijgen, waardoor uw loonkosten lager worden. Bijvoorbeeld wanneer u een werkloze 56-plusser aanneemt. Lees op deze pagina meer over de verschillende subsidies en tegemoetkomingen.
Als u iemand met een uitkering aanneemt, krijgt u misschien 1 of meer loonkostenvoordelen (LKV). De hoogte van het LKV hangt af van de doelgroep en kan daardoor verschillen.
Er zijn 4 doelgroepen:
Voor het LKV heeft u altijd een doelgroepverklaring LVK nodig. Uw werknemer kan zelf de doelgroepverklaring LKV aanvragen bij UWV of u machtigen.
Met de doelgroepverklaring laat uw nieuwe werknemer zien dat hij in het doelgroepregister staat.
De aanvraag van het LKV regelt u bij de aangifte loonheffingen. Dat kan zodra u een doelgroepverklaring LKV van uw werknemer heeft. De Belastingdienst betaalt het LKV na afloop van het kalenderjaar automatisch aan u uit.
Kijk in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst bij 'Loonkostenvoordelen' of u recht heeft op loonkostenvoordeel.
Sinds 1 januari 2018 vervangt het LKV de premiekorting oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer. U kunt nog gebruikmaken van deze premiekorting voor de jaren vóór 2018, tot maximaal 5 jaar terug. In 2022 kunt u dus nog de premiekorting over het jaar 2017 toepassen.
Kijk voor meer informatie in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst 2017 (pdf), hoofdstuk 5.8 (pagina 64).
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een tegemoetkoming in uw loonkosten. U krijgt het LIV als uw werknemer op jaarbasis minstens 1.248 uur werkt en een gemiddeld uurloon heeft tussen 100% en 125% van het minimumloon. Deze tegemoetkoming maakt het voor werknemers met een laag loon makkelijker om werk te vinden.
De Belastingdienst betaalt het LIV na afloop van het kalenderjaar automatisch aan u uit. Lees meer over het LIV bij 'Loonkostenvoordelen' in het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst.
Het minimumjeugdloon wordt sinds 1 juli 2017 elk half jaar verhoogd. U moet daardoor uw werknemers van 18, 19 en 20 jaar meer loon betalen. Door het jeugd-LIV (Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon) krijgt u hiervoor een jaarlijkse tegemoetkoming.
U krijgt het jeugd-LIV voor een werknemer die:
De Belastingdienst betaalt het jeugd-LIV na afloop van het kalenderjaar automatisch aan u uit.
Neemt u een werknemer aan die onder de Participatiewet valt? En die door een arbeidsbeperking minder presteert dan een medewerker zonder arbeidsbeperking? Vraag dan loonkostensubsidie aan bij de gemeente waar uw werknemer staat ingeschreven. U betaalt het loon volgens de cao of in ieder geval het wettelijk minimumloon. U krijgt van de gemeente maximaal 70% van het minimumloon en een deel van de werkgeverslasten vergoed.
Moet u kosten maken om de werkplek van uw werknemer aan te passen vanwege een arbeidsbeperking? U kunt daarvoor een vergoeding aanvragen bij UWV of uw gemeente. Bijvoorbeeld voor een aangepast bureau.
Iemand die in de bijstand zit of recht heeft op een uitkering van UWV, kunt u een proefplaatsing bieden. Tijdens deze proefplaatsing kan hij ervaring opdoen. Een proefplaatsing is voor 2 maanden met behoud van uitkering. U hoeft dan geen loon te betalen.
Voorwaarde is dat u de bedoeling heeft om de werknemer daarna een dienstverband aan te bieden van minimaal 6 maanden. UWV moet toestemming geven voor een proefplaatsing.
Lees meer over de proefplaatsing op UWV.nl.
Een no-riskpolis is bedoeld voor werknemers met een arbeidshandicap of ziekte en voor werknemers uit de doelgroep banenafspraak. Dit betekent dat u voor deze werknemers een Ziektewet-uitkering van UWV kan krijgen als ze ziek worden. Hiermee wordt u gecompenseerd voor de kosten van loondoorbetaling bij ziekte.
Lees meer over de voorwaarden voor een no-riskpolis op UWV.nl.
U kunt bij UWV loondispensatie aanvragen voor een werknemer met een Wajong-uitkering, als die werknemer minder presteert dan de andere werknemers. Dit betekent dat u tijdelijk minder loon betaalt en dat UWV het loon aanvult. Deze loondispensatie voor werknemers met een Wajong-uitkering duurt minimaal 6 maanden en maximaal 5 jaar. Daarna kunt u opnieuw loondispensatie aanvragen.
Een regelhulp vertelt u aan de hand van een aantal vragen welke regels voor u gelden.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein