Kosten die u maakt voor uw bedrijf, kunt u meestal meteen aftrekken van uw winst. U betaalt dan minder belasting. Maar als u een bedrijfsmiddel koopt, mag u de kosten niet in 1 keer van uw winst aftrekken. U moet dan op de investering afschrijven. Want een bedrijfsmiddel gaat een aantal jaren mee.
Bedrijfsmiddelen zijn investeringen die u gebruikt in uw bedrijf en die niet bedoeld zijn voor de verkoop. U heeft bedrijfsmiddelen nodig om uw producten te maken of uw diensten te leveren. Voorbeelden van bedrijfsmiddelen zijn:
Bij het berekenen van uw winst mag u meestal bedrijfskosten aftrekken van uw inkomsten. Maar als u een bedrijfsmiddel koopt mag u niet alle kosten in 1 keer in het jaar van aanschaf aftrekken. In plaats daarvan moet u op uw investering afschrijven. Afschrijven betekent dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. Elk jaar kunt u dus een deel van de kosten aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting of aangifte vennootschapsbelasting.
Koopt u een bedrijfsmiddel voor minder dan € 450? Dan mag u het bedrag in uw belastingaangifte wél in 1 keer van uw opbrengsten aftrekken.
Er zijn verschillende manieren om investeringen af te schrijven. Vraag uw boekhouder of accountant welke manier voor uw bedrijf het meeste belastingvoordeel oplevert.
De meest gebruikte methode is de lineaire methode. U schrijft dan per jaar een vast gedeelte af van het verschil tussen de aanschafkosten en de restwaarde.
De formule is: afschrijfkosten per jaar = (aanschafkosten – restwaarde): te verwachten levensduur.
Gebruikt u het bedrijfsmiddel pas later in het jaar voor het eerst? Bijvoorbeeld vanaf 1 oktober. Dan mag u dat jaar afschrijven voor de maanden oktober, november en december. Om dat te berekenen, gebruikt u deze formule: afschrijfkosten per jaar *3/12.
Aanschafkosten
Stel u koopt een laptop van € 1.000. Dat zijn de aanschafkosten.
Te verwachten levensduur
Over 5 jaar is uw laptop verouderd. De te verwachten levensduur van uw laptop is dus 5 jaar.
Restwaarde
Een laptop van 5 jaar oud is verouderd. De restwaarde van uw laptop is € 0.
Maximale afschrijving
U mag per jaar maximaal 20% van de aanschafprijs afschrijven. Voor uw laptop is dat 20/100*€ 1.000 = € 200. Dat past mooi in 5 jaar.
Berekening afschrijving
(€ 1.000 – € 0) : 5 = € 200 per jaar
Deel van het jaar in gebruik
Koopt of gebruikt u de laptop op 1 oktober? Dan mag u dat jaar alleen 3/12*€ 200 = € 50 afschrijven.
Mede mogelijk gemaakt door Samenwerkingsverband Ondernemersplein